nummer 75

Ik moest mijn c.v. inleveren om les te mogen geven bij een master. Mijn ogen bleven stil staan bij Bureau Maatwerk Helmond. Het was een van mijn eerste banen. Bureau Maatwerk, en de Maatwerkmethode, ontstonden vanuit een werkgelegenheidsproject in Brabant. Het verdwijnen van de textielindustrie zorgde voor een hoge werkloosheid en het lukte de instanties niet goed om mensen weer aan het werk te krijgen. De belangrijkste oorzaak was dat er geen werk was. Maar voor een ander deel had het ook te maken met de aansluiting van vraag (kiezen voor het veilige c.v.) en aanbod (het geloof verloren). De Maatwerkmethode was eenvoudig: een werkzoekende kreeg een vast aanspreekpunt die alles regelde, overal mee naar toe ging en vooral het ‘doen’ stimuleerde. Design Thinking kende ik nog niet maar het had er veel van weg. We deden huisbezoeken, we spraken met partners, oude werkgevers, trainers, dominee’s je kon het zo gek niet bedenken. Vervolgens probeerden we iets te ondernemen. Bellen, rondrijden over een industrieterrein, meeloopdagen, korte stages. Feitelijk prototypes om te leren. Wat mensen zeggen is niet hetzelfde als wat ze (zouden) doen. Een bezoek aan een bedrijf en een eerste gesprek leverde meer op dan tien gesprekken in een spreekkamer. Mijn eerste project deed ik in Delfzijl. Met veel geluk (kreeg steun van de bemiddelaars van Arbeidsvoorziening en de sociale dienst) en hard werken lukte het om een flink aantal werkzoekenden aan het werk te krijgen. Maatwerk groeide ontzettend snel en op een goede vrijdag had ik een gesprek in Helmond. Met de eigenaar. ‘Zou je wel in Duitsland willen coachen?’. Ik hoorde mezelf ‘ja’ zeggen. Waarschijnlijk in de veronderstelling dat een intensieve taalcursus en een inwerktraject onderdeel zouden uitmaken van de deal. ‘Mooi’ zei de eigenaar terwijl hij zijn ordner dicht klapte. ‘Aanstaande maandag mag je een project in Hamburg aftrappen’. Ik had geen tijd om na te denken en voor ik het wist liep ik met knikkende knieĆ«n, zonder talenknobbel en HAVO 3 Duits naar binnen in een typisch Duits gemeentehuis. ‘Gutenmorgen’. Met vallen en opstaan werkte ik aan verschillende projecten en was ik met leuke en collegiale collega’s op pad. De muur was al een flink aantal jaren gevallen maar in de gesprekken met Duitse werkzoekenden was hij nog volop aanwezig. Met name in projecten in de buurt van de voormalige grens tussen oost en west hadden we veel gesprekken met zogenaamde aussiedler. Mensen die hun hele leven in de USSR hadden gewoond maar op basis van Duitse grootouders terug konden keren als Duits Staatsburger. Veel van hen hadden een arbeitsbuch. Een soort c.v. we spraken bijvoorbeeld een man die onder meer berenjager was geweest. Maar ook trekkerchauffeur en magazijnmedewerker. We stelden ze de vraag: ‘wat voor werk zou je willen doen? Wat heeft je interesse?’. Het bleef vaak stil en we leerden van ze dat ze nog nooit hadden nagedacht over die vraag. Er was in hun context geen verband tussen werk dat je moest doen en werk dat je zou willen doen. Ik was gefascineerd door al deze verhalen. Ik kreeg het gevoel in een kamer met de geschiedenis te zitten. En, het maakt me ook aan het twijfelen. Wat wist ik nou helemaal? Soms heb ik dezelfde ervaring met studenten uit voormalig JoegoslaviĆ«. Ze vertellen je over wat zij en hun familie meemaakten op het moment dat ik keek naar NOS-uitzendingen over de Balkanoorlog. Indrukwekkend. En nu heeft mijn nicht Annette de dagboeken van mijn Pake gebruikt voor een boek. Het is een bijzonder gevoel: je hebt de geschiedenis in handen. In dit geval van Peassens Moddergat. Een klein dorp aan de zeedijk van Noord Friesland. Moet er weer eens heen binnenkort. Ik zocht een mooie foto en vond een schilderij van een eenzame schaatser. Nummer 75. Hij rijdt de Elfstedentocht. Het is een vriend van mijn vader. Allebei schaatsten ze in ’63 de tocht. Mijn vader werd door de politie van het ijs gehaald. Zijn vriend finishte. Maar omdat hij als wedstrijdrijder meer dan 2 uur achterstand had kwam hij niet voor in de uitslag.
zzzzzz999515