Vandaag gaven de studenten elkaar en mij les. Over hoe je je eigen greenhouse kunt bouwen en over hoe je uit het niets iets kunt maken. Ze zetten de deelnemers op het verkeerde been: iedereen hard aan de slag en pas daarna laten voelen dat het vragen naar de behoefte van de opdrachtgever cruciaal is. We zijn nu een dikke twee maanden onderweg met 32 studenten van verschillende opleidingen en hogescholen. Ze leren verschillende dingen en daarover gaven ze vorige week indrukwekkende presentaties. Presentaties die er voor zorgen dat je weer verder durft met dit bijzondere onderwijs. Ongevraagd gingen vier gelegenheidsteams hard aan de slag met het maken van prototypes. In alle vormen kwamen ze voorbij. Een audiopresentatie (‘ogen dicht allemaal’), een toneelstuk, een prototype van een machine en een koffieceremonie. Ik stelde in mijn groep voor om ons ons prototype te laten uitleggen door te beginnen met de woorden ‘stel je voor…’. Een van de studenten reageerde ad rem en zei terecht ‘dat is geen design thinking. Het prototype moet het voorstellen’. Snel bouwen, laten zien en altijd de vraag ‘wat kan er beter?’. Het werkt gewoon.
Tijdens de workshop kregen we ook de opdracht om onze werkruimte om te bouwen naar een greenhouse. Een plek die uitstraalt wie we zijn en wat we doen. In 15 minuten was het hele kantoor onder handen genomen. In het midden hing een groot vraagteken. Prototype 0.1. Iedereen tevreden maar nu is de vraag komt er een tweede versie? Als het idee goed genoeg is wel. We zullen zien. Ik zat er bij en keek er naar. Rapid prototyping, snelheid, bouwen, feedback vragen, scheiden van divergeren en convergeren. Het gebeurde allemaal. Geen idee wanneer ze dat geleerd hebben. Maar ik zie het en dat is veel belangrijker.